La Financière de l'Echiquier : Is het goede nieuws wel zo goed?

Een nieuw staakt-het-vuren. Dat is wat de belangrijke ontmoeting tussen Xi Jinping en Donald Trump in de coulissen van de G20-top heeft opgeleverd. Hoewel de Amerikaanse president vorige week opnieuw dreigende taal sprak en iedereen verwachtte dat zijn Chinese ambtsgenoot drastische eisen op tafel zou leggen, lijken beide een stap in elkaars richting te hebben gezet. Op het verzoek van Xi Jinping aan de VS om hun prohibitieve invoerrechten eenzijdig op te schorten, reageerde Trump met de belofte om voorlopig geen nieuwe heffingen af te kondigen. De Chinese leider eiste ook uitstel voor alle beperkingen die aan Huawei zijn opgelegd en drong er met name op aan dat het Chinese technologiebedrijf opnieuw Amerikaanse producten zou mogen kopen.

Donald Trump ging op die vraag in, maar bleef vaag door te verklaren dat Huawei toegang zou krijgen tot producten "die geen bedreiging voor de nationale veiligheid inhouden". Zijn antwoord is dus voor interpretatie vatbaar. Xi Jinping had aanvankelijk geëist dat de verplichting om meer Amerikaanse producten te kopen zou worden geschrapt, maar lijkt daar nu van af te zien. Donald Trump verklaarde immers dat China zou beginnen met "grote hoeveelheden landbouwproducten" te kopen. Dit minimalistische compromis maakt het mogelijk om de gesprekken te hervatten, maar zegt niets over de fundamentele twistpunten, zoals de overdracht van technologie of de intellectuele eigendomsrechten.

Op korte termijn is dit een positieve ontwikkeling voor de markten, maar op langere termijn zou het tot een minder gunstig scenario kunnen leiden. De koersstijgingen sinds begin dit jaar zijn immers voornamelijk te danken aan de bijzonder verruimende opstelling van de centrale banken, die was ingegeven door tegenvallende macro-economische cijfers en de risico's in verband met het handelsconflict. Beleggers hebben gretig op die beleidswijziging ingespeeld en verwachten nu zelfs dat de Federal Reserve de rente dit jaar tot driemaal toe zal verlagen. Als de handelsoorlog afzwakt, ontneemt dat de centrale banken echter een belangrijk argument voor een ommezwaai in het monetaire beleid. Als tegelijk de macro-economische cijfers stabiliseren of zelfs licht verbeteren, zouden de centrale banken wel eens heel anders kunnen reageren dan de markten verwachten. Een recent voorbeeld van waar ontgoocheling over het monetaire beleid op de markten toe kan leiden, is het laatste kwartaal van 2018.

Het resultaat van de ontmoeting tussen Xi en Trump zal de Federal Reserve er waarschijnlijk niet van weerhouden om de rente minstens eenmaal te verlagen – tijdens de vergadering in juli – vooral omdat de regionale inkoopmanagersindices voor de industrie bijzonder zwak zijn. De kans bestaat echter dat het bij die ene verlaging blijft. Veel zal afhangen van de toon bij de hervatting van de gesprekken tussen Chinese en Amerikaanse afgezanten, de economische cijfers die binnenkort verschijnen en ... de houding van Donald Trump tegenover de Fed. Met zijn hevige kritiek op het beleid en rechtstreekse aanvallen op voorzitter Jerome Powell brengt de Amerikaanse president de centrale bank in een lastig parket. Als de centrale bank de rente fors verlaagt, zoals Donald Trump in een spervuur van tweets eist, kan er twijfel rijzen over haar onafhankelijkheid ten opzichte van de politiek.

Nu de handelsspanningen tijdelijk lijken af te nemen, zou een lichte verbetering van de economische cijfers de Fed daarentegen het ideale voorwendsel bieden om de renteverlaging te beperken tot een cosmetische ingreep en haar onafhankelijkheid van het Witte Huis opnieuw te bevestigen. Beleggers zouden in dat geval hun verwachtingen fors moeten bijstellen, wat niet zonder slag of stoot zal verlopen. Zo zou het goede nieuws dat China en de VS opnieuw rond de tafel gaan zitten, voor de markten uiteindelijk negatief kunnen uitpakken.