Hier komen de Transitieobligaties

Door Mario Eisenegger, investment specialist binnen het fixed interest team van M&G

Energietransitieobligaties worden uitgegeven om een verschuiving naar een groen bedrijfsmodel mogelijk te maken. Binnen het juiste regelgevend kader kunnen zij de volgende stap zijn in het financieren van een koolstofarme economie.

Marioeisenegger
Mario Eisenegger
De EU wil van Europa het eerste klimaatneutrale continent maken tegen 2050. Terwijl COVID-19 de krantenkoppen overheerste, keurde het EU-parlement op 18 juni het uniforme groene classificatiesysteem van de EU goed, ook bekend als de EU-taxonomie voor duurzame activiteiten, en zette die om in wet. Een kernpijler van de nieuwe verordening is bepalen of een economische activiteit al dan niet een groene investering is. Daarmee wordt een duidelijke drempel bepaald voor groene financieringstransacties.

De wereldwijde vraag naar energie zal de komende 30 jaar blijven groeien, onder invloed van een groeiende bevolking en de economische expansie. En terwijl het marktaandeel van hernieuwbare oplossingen blijft toenemen, zullen fossiele brandstoffen naar verwachting in 2050 zelfs in het meest optimistische scenario nog steeds ten minste 50% van de wereldwijde energiemix uitmaken. Dat blijkt uit onderzoek van Barclays. Om tot een koolstofarme wereld te komen, moeten de bestaande bedrijven, met name uit de bruine sectoren, de productie van koolstof en de klimaatrisico's beperken.

Bruine sectoren zijn bang om groene obligaties uit te geven

De barrière voor koolstofintensieve bedrijven om groene obligaties uit te geven blijft echter hoog. Dergelijke emittenten zijn bang voor kritiek mochten ze met een groene obligatie op de markt komen. Het is dan ook geen verrassing dat beursgenoteerde olie- en gasbedrijven slechts een gewicht van 0,47% in de BofA Merrill Lynch Green bond index hebben, terwijl hun indexgewicht in de BofA Merrill Lynch Global Corporate index meer dan 8% bedraagt. Desondanks denk ik dat bedrijven die actief zijn in bruine sectoren een belangrijke rol spelen in de broodnodige energietransitie. Velen van hen zijn grote spelers, met grote kapitaalstructuren en onderzoeks- en ontwikkelingsfuncties om de broodnodige verandering te versnellen. Vorige maand nog kocht Total een aandeel van 51% in Seagreen 1, een offshore windmolenpark in de Noordzee dat naar schatting 3 miljard pond waard is. Er zijn niet veel spelers die de financiële middelen en de expertise hebben om het constructierisico voor zo'n groot project op zich te nemen.

Maar hoe zit het met activiteiten die niet als groen kunnen worden geclassificeerd en toch een belangrijke rol spelen bij het verminderen van de broeikasgasemissies van een bedrijf? Hoe kan de beleggingssector dergelijk gedrag stimuleren voor bedrijven waarvan de kernactiviteiten (nog) niet compatibel zijn met groene financiering?

Energietransitieobligaties vormen een mogelijke oplossing

Een mogelijke oplossing voor de financiering van koolstofintensieve sectoren door duurzame beleggers is de Energietransitieobligatie. Dergelijke obligaties worden uitgegeven om een verschuiving naar een groener bedrijfsmodel mogelijk te maken. Dit idee staat nog maar in de kinderschoenen, met slechts een half dozijn emissies. Vorige maand lanceerde het Italiaanse gastransportbedrijf Snam zijn eerste officiële Transitieobligatie via een deal van 500 miljoen euro. De opbrengst zal gebruikt worden voor de financiering van geschikte projecten op het gebied van energietransitie, zoals gedefinieerd in het Transition Bond Framework van het bedrijf. De middelen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor duurzame energieprojecten, waarbij gasleidingen ook geschikt gemaakt worden om waterstof te transporteren. Of voor energiebesparende programma's, waarbij verwarmingselementen op basis van efficiëntere technologieën worden geïnstalleerd om de uitstoot van methaan te verminderen. De nieuwe emissie werd goed onthaald door obligatiebeleggers en werd drie keer overtekend.

Maar in de beginperiode van de Transitieobligatiemarkt waren de beleggers toch enigszins bezorgd. In 2019 gaf een producent van rundsvlees een Transitieobligatie uit om met die fondsen vee te kopen van leveranciers die hadden afgesproken om niet nog meer regenwoud te vernietigen. Je zou kunnen argumenteren dat het bedrijf in eerste instantie geen vee zou mogen kopen dat afkomstig is uit ontboste gebieden.

Dit benadrukt het belang van 'checks and balances' en is een oproep voor sectorbrede standaarden voor transitieobligaties. De marktdeelnemers hebben behoefte aan een kader waarin de criteria voor het gebruik van de opbrengsten van dergelijke transitieobligaties zijn vastgelegd, met inbegrip van de minimale energieverbeteringen die moeten worden bereikt, de wijze waarop dit wordt gemeten en gerapporteerd, en de mate waarin een dergelijke transactie moet worden gekoppeld aan de bredere transitiestrategie van de emittent. Alleen op die manier kan het vertrouwen van de beleggers worden gewonnen en kunnen Transitieobligaties een meer geaccepteerde en sterkere marktpositie krijgen. De taxonomie van de EU zal in dit verband een aantal waardevolle aanwijzingen geven om te helpen meten of de geplande besteding van de middelen door een onderneming goed genoeg is om als transitieobligatie in aanmerking te komen. Als het goed wordt gedaan, kunnen transitieobligaties uitgroeien tot een belangrijke extra activaklasse, naast groene obligaties. En daarmee zal men greenwashing in de markt voor groene obligaties helpen voorkomen.

Met het juiste kader zouden energietransitieobligaties de volgende ontwikkeling kunnen zijn in de allocatie van kapitaal richting een koolstofarme economie. Ze kunnen een belangrijke kloof dichten en helpen meer activa te mobiliseren om de klimaatverandering aan te pakken. De emittenten kunnen een betere toegang krijgen tot een groeiende groep van duurzame beleggers, terwijl de obligatiebeleggers hun kansen aanzienlijk zouden zien toenemen. Dit alles moet helpen om de impact van de klimaatrisico's te beperken. Zowel de obligatiebeleggers als de emittenten en de planeet kunnen er baat bij hebben.