De energiecrisis treft Frankrijk

Door Christopher Dembik, Hoofd Macro-economisch Onderzoek, Saxo Bank

Frankrijk staat bekend om zijn sterke afhankelijkheid van kernenergie (ongeveer 69% van de elektriciteitsproductie). Toch liggen de termijnprijzen voor energie in Frankrijk momenteel hoger dan in alle andere grote Europese economieën ( zoals Duitsland). Dit is merkwaardig. Het ergste moet nog komen en het kan langer duren dan een enkele winter.

De elektriciteitsprijzen in Frankrijk hebben bijna een recordhoogte bereikt. De basislaststroomprijs ligt boven 900 euro per MWh - zie de grafiek hieronder. Veel andere Europese landen worden met soortgelijke prijzen geconfronteerd (Duitsland, België, Italië, bijvoorbeeld). Maar de druk is hoger in Frankrijk. De Franse elektriciteitsprijs op één jaar ligt op het hoogste niveau van alle grote ontwikkelde Europese economieën.

Afgelopen vrijdag is de prijs gestegen tot een historisch record van 1 000 euro per MWh (tegenover 900 euro per MWh voor Duitsland). Dit betekent een stijging met +1000% ten opzichte van het langetermijngemiddelde voor de periode 2010-2020. Het is ook een duidelijk signaal dat de handelaars niet verwachten dat de prijzen snel naar een normaal peil zullen terugkeren.

France baseload

In tegenstelling tot andere Europese landen heeft de energiecrisis in Frankrijk weinig te maken met de oorlog in Oekraïne en de Europese sancties tegen Russisch gas. Dit is vooral te wijten aan corrosieproblemen in kernreactoren (hierdoor werd ongeveer de helft van de zesenvijftig kernreactoren in Frankrijk stilgelegd) en lage waterniveaus die verband houden met de ongewone hitte tijdens de zomer (drie kernreactoren werden deze maand tijdelijk stilgelegd wegens klimatologische omstandigheden). Het land is sterk afhankelijk van kernenergie. Dit vertegenwoordigt ongeveer 69 % van de elektriciteitsproductie (dit is een groter aandeel dan in enig ander land). Ongeveer 17 % van de nucleaire elektriciteit wordt geproduceerd dankzij gerecycleerde materialen. De zomerhitte zal waarschijnlijk snel ophouden. Maar corrosieproblemen zijn gedeeltelijk structureel en zullen blijven.

In een verklaring van enkele maanden geleden heeft ASN (de Franse regelgevende instantie voor kernenergie) gesteld dat een herstart van kernreactoren die als gevolg van corrosie gesloten zijn, meerdere jaren kan duren. Het risico op elektriciteitstekorten is deze winter dus reëel ( ongeacht de weersomstandigheden). Tijdens de zomer bedraagt de vraag naar elektriciteit ongeveer 45 GWh.

Tijdens de winter zal door het hogere verbruik de vraag naar elektriciteit gemiddeld rond de 80-90 GWh liggen. Dit zal de hele Franse elektriciteitsinfrastructuur onder spanning zetten, waardoor het risico op een tekort zal toenemen. Volgens ons bevindt Frankrijk zich wat de energievoorziening betreft zeker in een slechtere positie dan Duitsland (althans, op korte termijn).

Tot dusver heeft de Franse regering de energiecrisis opgevangen door de elektriciteits- en gasprijzen voor huishoudens af te toppen (de gasprijzen werden bevroren op het niveau van het najaar van 2021 en de stijging van de elektriciteitsprijzen werd dit jaar beperkt tot +4%). Dit geldt echter niet voor het bedrijfsleven. Dit kan niet eeuwig duren. De plafonnering van de energieprijzen verstrijkt eind dit jaar voor gas en in februari 2023 voor elektriciteit. De regering is niet van plan de maatregel verder te verlengen. Ze is immers te duur : ongeveer 20 miljard euro tot dusver dit jaar op een totaal van 44 miljard euro aan diverse maatregelen ter ondersteuning van bedrijven en huishoudens die met de hoge inflatie worden geconfronteerd. Dit komt overeen met het totale jaarlijkse budget voor onderwijs in Frankrijk. Vanaf 2023 is het meest waarschijnlijke scenario dat er meer gerichte maatregelen komen om huishoudens met een laag inkomen te helpen het hoofd te bieden aan hogere energieprijzen.

Zal het genoeg zijn? Dat is verre van zeker. Een herhaling van de gele hesjesbeweging van 2018 (d.w.z. massale demonstraties tegen de kosten van levensonderhoud) is volgens ons niet uitgesloten.

Gevolgen voor het monetaire beleid in de eurozone

Frankrijk is niet het enige Europese land dat zich op dit moment in een zeer ongemakkelijke positie bevindt. De situatie is er erger dan in elders in Europa. Maar het hele continent gaat een moeilijke winter tegemoet als gevolg van de aanhoudend hoge inflatie. In tegenstelling tot de Verenigde Staten moet volgens ons de inflatiepiek in de eurozone nog komen. De explosie van de energieprijzen is een van de drie factoren (samen met een zwakke wisselkoers van de euro en de versoepeling van de overheidsmaatregelen om de prijzen vanaf 2023 aan banden te leggen) die ons doen aannemen dat de inflatie in de eurozone nog lange tijd hoog zal blijven.

Qua monetair beleid betekent dit dat de ECB op korte termijn waarschijnlijk een agressiever beleid zal voeren, alvorens haar beleidskoers mogelijk te herzien als de recessie werkelijkheid wordt. ECB-bestuurslid Schnabel was daar vorige week tijdens het Jackson Hole Symposium heel duidelijk over. In haar toespraak voerde zij drie argumenten aan waarom de centrale banken vastberaden moeten optreden: 1) de onzekerheid over de inflatie (in een dergelijke volatiele omgeving kan bijvoorbeeld de ontwikkeling van de energieprijzen niet nauwkeurig worden voorspeld); 2) de geloofwaardigheid; en 3) de kosten van te laat optreden (in zekere zin heeft de ECB zeker te lang gewacht tussen de beleidsomslag van februari en de renteverhoging van juli).

Op korte termijn betekent dit dat er meer gewicht zal worden toegekend aan de gerealiseerde cijfers (met name de voorlopige bekendmaking op woensdag van de CPI voor de eurozone in augustus, die naar verwachting een nieuwe recordhoogte van 9% op jaarbasis zal bereiken). Dit vergroot de kans op een significante stap van 75 basispunten tijdens de volgende vergadering op 8 september.