Pictet AM: Obligatiebeleggers, let op inflatie Oost-Europa

De inflatie in opkomende markten is op het laagste niveau in decennia beland. Landen in Centraal- en Oost-Europa vormen echter een belangrijke uitzondering. Beleggers in lokale obligaties lopen het gevaar dat de centrale banken in deze regio, die over het algemeen traag reageren op inflatie, alsnog op de rem moeten trappen.

Dat stellen Patrick Zweifel en Nikolay Markov, respectievelijk hoofdeconoom en senior econoom bij vermogensbeheerder Pictet AM. In opkomende landen bedraagt de gemiddelde inflatie nu 2.9%, het laagste niveau sinds de jaren zeventig. Tsjechië, Hongarije, Polen en Roemenië gaan tegen deze trend in. In Polen en Tsjechië ligt de inflatie boven de 5%, in Roemenië en Hongarije ruim boven de 10%. Een sterke loongroei is de belangrijkste oorzaak. De opwaartse druk op de lonen zal doorzetten, voorzien Zweifel en Markov. De vergrijzing maakt de toch al krappe arbeidsmarkt nog krapper.

Loongroei is een teken van een goed draaiende economie, maar voor beleggers is er het risico dat de centrale banken te laat reageren. Polen en Hongarije zijn nog niet overgegaan op een krapper monetair beleid; de centrale bank van Tsjechië was de eerste die de rente verhoogde. De monetaire autoriteiten in Roemenië zijn daar in februari van dit jaar mee begonnen. Toch zijn de risico’s in dit land het grootst, stellen de Pictet-economen. Het land kampt met zowel een begrotings- als een handelstekort, die beide ook nog eens toenemen. Naar verwachting zal de munt in waarde dalen, waardoor duurdere importen gaan bijdragen aan de inflatie. Zweifel en Markov voorzien daarom dat de Roemeense centrale bank de rente in een hoger tempo zal gaan opschroeven.