Internationale aandelen : de vier factoren aan de basis van de prestatiekloof

Paulehrlichman
Paul D. Ehrlichman

Door Paul D. Ehrlichman, Managing Director, hoofd van Global Value Equity, Portfolio Manager, Clearbridge Investments (een filiaal van Legg Mason)

Een inperking van de voordelen die Amerikaanse bedrijven tot voor kort genoten, kan de prestatiekloof bij internationale aandelen omkeren.

In de voorbije dertig jaar noteerden Amerikaanse aandelen op jaarbasis ongeveer 500 basispunten hoger dan aandelen uit de rest van de wereld. Dit voordeel klom in het afgelopen decennium zelfs tot 800 basispunten.

Wij zijn van mening dat vier factoren aan de basis liggen van de hogere winsten op Amerikaanse aandelen.

  • De hogere vrije kasstroom geeft het rendement op Amerikaanse aandelen een boost
  • Amerikaanse bedrijven genereren een hogere vrije kasstroom De groei van aandelenterugkopen versterkte het rendement van Amerikaanse aandelen
  • Het rendement op eigen kapitaal voor Amerikaanse bedrijven vs. bedrijven op ontwikkelde markten

    In de afgelopen dertig jaar lijkt de relatieve prestatie van internationale aandelen, in vergelijking met Amerikaanse bedrijven, te zijn aangedreven door een koerswijziging naar vrije kasstromen, winstgroei en ROE. Tijdens deze periode presteerden de internationale aandelen sterker wanneer niet-Amerikaanse bedrijven op deze vlakken beter scoorden dan hun Amerikaanse tegenhangers. In de meest recente tienjarige periode werd deze dynamiek versterkt door de overvloed aan aandelenterugkopen in de VS en door een investeringsklimaat dat wordt gekenmerkt door een stijgende premie voor seculiere groeiaandelen, die in overvloed te vinden waren op de Amerikaanse markten.

    Op dit moment bieden internationale aandelen het grootste rendement op vrije kasstromen in de voorbije dertig jaar. Bovendien worden ze meer dan ooit extreem ondergewaardeerd ten opzichte van de Amerikaanse markten. Daarbij zien we tekenen dat de essentiële meeteenheden die we hebben uiteengezet, zich voorzichtig bewegen in de richting van betere prestaties op het vlak van relatieve aandelenprijzen voor niet-Amerikaanse markten. De zwaar doorwegende Amerikaanse technologieaandelen presteren minder goed en de winstgroei en marges voldoen niet langer aan de verwachtingen. Anderzijds zien we dat de positieve impact van aandelenterugkopen wordt tenietgedaan door de stijgende leenkosten en de torenhoge bedrijfsschulden. Bovendien komen negatieve ramingsherzieningen en een lagere managementwinst meer en meer voor in de VS.

    Ondertussen focussen bedrijfsdirecties in China, in Japan, in Europa en op heel wat opkomende markten zich net zoals hun Amerikaanse tegenhangers op vrije kasstromen, aandelenterugkopen en industrieconsolidatie. Dat zou de kapitaalreturn in de toekomst moeten verbeteren. Bovendien zetten beleidsmakers en centrale banken doorgaans sterk in op reflatie en economische stimuli. Dit is op langere termijn goed nieuws voor de financiële, cyclische en consumentenaandelen van de 'oude economie', die een relatief groter deel van de niet-Amerikaanse markten innemen.