Schroders’ Keith Wade: Handelsconflict eist zijn tol; groeivooruitzichten wereldeconomie neerwaarts bijgesteld

Keith Wade, hoofdeconoom van Schroders stelt zijn groeivooruitzichten voor de wereldeconomie bij. Hij verwacht nu een groei van 2,6% dit jaar en 2,4% volgend jaar (eerdere prognoses respectievelijk 2,8% en 2,6%). De belangrijkste reden voor de bijstelling is de nieuwe escalatie van het handelsconflict tussen China en de VS. Waar eerder de verwachting was dat de wereldeconomie een impuls zou krijgen door een handelsovereenkomst aan het eind van het jaar verwacht Wade nu een langere periode van zwakte, omdat de toenemende onzekerheid ervoor zorgt dat de bereidheid van bedrijven en huishoudens om belangrijke uitgaven te doen, afneemt. Hun investeringsplannen zullen worden uitgesteld of geannuleerd, vooral nu de tarieven eerder permanent dan tijdelijk lijken te zijn.

Keithwade
Keith Wade

Wat is het plan van Trump?

Waarom heeft president Trump ervoor gekozen de confrontatie voort te zetten in plaats van te de-escaleren en er met China uit te komen en een handelsovereenkomst aan te gaan? Wade ging ervan uit dat het, gezien het komende verkiezingsjaar, rationeler zou zijn om een akkoord te sluiten en de voordelen van lagere tarieven en een herstel van de economische groei te benutten in de verkiezingscampagne.

Het is moeilijk om de strategie van Trump te bepalen. Mogelijk verwacht hij dat China de aftocht blaast, maar dat lijkt niet overeen te komen met de bereidheid van Beijing om economische tegenspoed en gezichtsverlies te weerstaan. Een andere mogelijkheid is dat Trump er echt van overtuigd is dat de importtarieven goed zijn voor de Amerikaanse economie en werknemers, wier banen beschermd zullen worden tegen ‘oneerlijke' Chinese concurrentie. Dit laat natuurlijk onverlet dat er banen verloren gaan bij Amerikaanse exporteurs, of dat de economische kosten van de vervanging van de invoer door aankopen bij minder efficiënte producenten worden gedekt. Desalniettemin is Trump gekozen op een protectionistische agenda (America First) en met de steun van de Democraten voor zijn handelsmaatregelen wil hij niet gezien worden als een slapjanus.

Beleidsreactie: renteverlagingen

Het gevaar is dat de Amerikaanse conjunctuur aanzienlijk verzwakt door het handelsconflict en de inflatie aantrekt met een domino-effect op de aandelenmarkt. Bedrijven die de tarieven nog niet hadden doorberekend of hun productie aangepast in afwachting van een gunstiger verloop van de handelsbesprekingen, zullen nu waarschijnlijk toch tot actie overgaan. De nieuwe tarieven hebben betrekking op consumptiegoederen zoals elektronica en speelgoed, waarvan de tarieven door de huishoudens zullen worden gevoeld. Als gevolg hiervan heeft Schroders zijn prognose voor de CPI-inflatie, die naar verwachting zal aantrekken tot 2,5% op jaarbasis in de eerste helft van 2020, verhoogd.

Desalniettemin wordt verwacht dat de escalatie van het handelsconflict zal leiden tot meer renteverlagingen. De zwakkere groei die Schroders nu voor de VS voorspelt, stelt de Fed in staat om de rente dit jaar nog eens twee keer te verlagen (in september en december). Eind 2020 verwacht Schroders een beleidsrente van 1,25% in de VS. Ook elders ziet Schroders lagere rentetarieven: de ECB zal naar verwachting in september en december 2019 de rente verlagen en de BoJ in december. In China wordt het begrotingsbeleid meer versoepeld dan eerder verwacht en volgend jaar zullen de rentetarieven verder worden verlaagd.

Maar helpen renteverlagingen wel echt?

De renteverlagingen zullen de markten helpen, maar de economische stimulans die ervan uitgaat, zal langzaam doorzetten. Een versoepeling van het beleid zal ongeveer na 12 maanden gevoeld worden. De economische groei zal daarom pas in de tweede helft van 2020 een impuls krijgen. In het huidige economische klimaat zijn er echter redenen om aan te nemen dat de stimulans langer op zich kan laten wachten.

Ten eerste is dit de eerste verruimingscyclus sinds de wereldwijde financiële crisis en een voorzichtigere banksector zal meer tijd nodig hebben om de kredietverlening uit te breiden. In de tweede plaats doen renteverlagingen weinig om de tegenwind als gevolg van de economische onzekerheid te compenseren. Zowel het geopolitieke risico als de beleidsonzekerheid zijn groot en zullen niet afnemen door lagere leenkosten.

Daarom verwacht Wade, nu de rentetarieven dalen en de activiteit traag blijft, een actief debat over de vraag of de centrale banken wel een oplossing kunnen bieden met monetair beleid. Is het niet zinvoller als overheden hun uitgaven verhogen, zo vraagt Wade zich af. Het politieke proces in de VS en Europa verloopt echter langzaam. Het kan dus nog wel even duren voordat begrotingsbeleid zoden aan de dijk zet.