Halfgeleiders: schaarste en prijsstijgingen zullen wellicht aanhouden

Thomas Planell, Beheerder-analist bij DNCA

Thomas planell
Thomas Planell
61 miljard dollar: dat is mogelijk het verkoopverlies voor de automobielindustrie in 2021 als gevolg van de schaarste aan halfgeleiders. Auto’s van de nieuwe generatie worden ontworpen als ultra-geconnecteerde softwareplatformen en hiervoor zijn steeds meer gesofisticeerde chips, microcontrollers en sensoren vereist. Parallel daarmee gaat de elektrificatie van onze mobiliteit gepaard met een toenemend belang van elektronica in onze voertuigen. Op dit cruciale moment in de evolutie van de transportmodi heeft de pandemie de kaarten herschud.

Vanaf het eerste kwartaal 2020 opteerden autoconstructeurs voor voorzichtigheid. Zij schroefden hun aankopen terug om hun behoefte aan werkkapitaal te verminderen en hun cashgeneratie veilig te stellen. Op het moment dat de productielijnen weer een versnelling hoger schakelden, konden de voorraden van halfgeleiders niet opnieuw aangevuld worden: de logistieke keten blijft gefnuikt door de crisis (fabrikanten kunnen zich maar moeizaam bevoorraden met siliciumwafels en condensators). Nog belangrijker was dat toen de autosector zijn bevoorrading stillegde, de fabrikanten van de tijdens de lockdowns gegeerde smartphones, tablets, PC’s en spelconsoles aan de haal gingen met de vrijgekomen capaciteit.

Maar ook hier blijft het aanbod ontoereikend: grafische kaarten en spelconsoles van de nieuwe generatie zijn bijzonder schaars en worden op de secundaire markten verhandeld tegen topprijzen. De ‘high precision’ circuits (7 à 8 nanometer) waarmee zij zijn uitgerust, worden slechts door een handvol bedrijven geproduceerd, waaronder TSMC en Samsung, en die hebben het op hun beurt moeilijk om zich te bevoorraden met ABF-substraat, een essentiële isolerende film. Van de Japanse giganten van de elektronische chips, zoals Renasas Electronics, en de Europese autoconstructeurs tot de Amerikaanse ontwikkelaars van grafische kaarten en computers en de Koreaanse fabrikanten van smartphones, allemaal vrezen ze nog tot de tweede helft van het jaar met tekorten geconfronteerd te zullen worden.

Verwacht wordt dat in deze context de inflatie zich zal doorzetten op deze gigantische markt (550 miljard dollar in 2020). In de Verenigde Staten en in Europa wordt vanuit politieke hoek aangedrongen op bevoorradingsveiligheid. Commissaris Thierry Breton stelde Europa voor om zelf een ‘mega-fab’ op te richten die zou kunnen wedijveren met de Aziatische reuzen. Voor de beleggers is de prijsstijging van halfgeleiders een bijkomend stukje in de grote, nog onafgewerkte puzzel van de reflatie. Maar het definitieve tafereel is nog lang niet zichtbaar en net zoals de stukken van een breinbreker worden samengevoegd, vorderden de beleggers deze week aftastend en in stapjes, luisterend naar de commentaren van de centrale banken en uitkijkend naar de macro-economische statistieken.

In Europa bevestigde de ECB dat ze haar inflatieverwachtingen op korte termijn opwaarts bijstelt, maar voorzichtiger blijft op iets langere termijn. Binnen de instelling lopen de meningen uiteen of het al dan niet noodzakelijk is te reageren op de stijging van de lange rente. Nadat de waardering van de obligatiemarkten zich in de loop van vorige week bruusk had aangepast aan de macro-economische basisgegevens, zullen de indicatoren vanaf nu duidelijk het reflatiescenario moeten staven opdat de haussebeweging van de rendementen zich zou bestendigen.

De Amerikaanse consumentenprijzenindex vorderde overigens minder dan verwacht, waardoor de Amerikaanse obligatiemarkten veeleer stabiliseerden en de technologiewaarden een week op adem konden komen. Feit is dat halfweg de volledige heropening van haar economieën de westerse wereld nog niet alle vruchten plukt van de relance. Maar in afwachting van het einde van de beperkende maatregelen, zwelt sinds vorig jaar het spaaroverschot van de gezinnen verder aan.

Dit weekend zullen de eerste daarvoor in aanmerking komende Amerikaanse gezinnen hun eerste “Biden Check” van $ 1400 ontvangen hebben... Door bijna 5 % van hun bbp te besteden aan programma’s van gedeeltelijke werkloosheid, hebben de westerse landen in werkelijkheid het inkomen van hun burgers verhoogd in 2020. Naargelang de landen, zou de spaarreserve van de gezinnen tussen 2 (Frankrijk) en 6 bbp-punten (Canada, Verenigde Staten) meer vertegenwoordigen dan in normale tijden. De wereldwijde bbp-groei zou in 2021 de 10 % kunnen benaderen mochten deze aankoopreserves volledig benut worden door de gezinnen!

Op het moment dat de economieën heropenen, zou het vrijmaken van een deel van deze geldmassa de omloopsnelheid van het geld kunnen verhogen en zo het reflatie-effect van de budgettaire en monetaire relance versnellen. Alles zal afhangen van het vertrouwen van de gezinnen in dat stadium van het herstel…