De wereld in de greep van klimaatopwarming en economische oververhitting

Thomas Planell, Beheerder-Analist bij DNCA

De resultaten van het derde kwartaal bevestigen dat de meeste Europese en Amerikaanse bedrijven de kortste winstrecessie in de geschiedenis definitief overwonnen hebben. Vanuit macro-economisch oogpunt wijzen ook de voorlopende indicatoren op dezelfde veerkracht: de indexen van de aankoopdirecteurs en het consumentenvertrouwen vertragen minder dan voorzien of herstellen zich zelfs als bevestiging dat de expansie zich doorzet. De meest inerte economische variabelen, degene die het langzaamst omkeren en het moeilijkst te beïnvloeden zijn, tonen hun beste vormpeil in twintig jaar. De werkloosheid blijft krimpen, de lonen stijgen aan het hoogste tempo van de voorbije tien jaar, parallel met de algemene inflatie, die in Europa, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten naar verwachting zal uitkomen tussen 4% en 6%. Het olieverbruik, een historische indicator van de economische activiteit, staat opnieuw op het niveau van voor de coronacrisis: volgens BP reeds boven de kaap van 100 miljoen vaten per dag, terwijl de “petroleumintensiteit” van het BBP voortdurend afneemt (er zijn tweemaal minder vaten nodig dan in 1990 om 1000 dollar aan economische groei te genereren) en bepaalde grote klanten van de olie-industrie , zoals de luchtvaart (6% van de totale vraag naar olie) nog niet helemaal hersteld zijn.

Hoewel de opstoot van het olieverbruik geruststellend is in economisch opzicht, zal het de klimaatfactuur van het herstel alleen maar aandikken. Het Global Carbon Project betreurt dat de koolstofuitstoot meer dan voorzien kan toenemen, met bijna 6% in 2021 en in lijn met de wereldwijde BBP-groei, tot een totaal van meer dan 36 miljard ton tijdens het jaar. Van de wereld wordt immers verwacht dat deze balans met bijna anderhalf miljard ton per jaar wordt teruggebracht in de strijd tegen de klimaatopwarming.

Nu Trump van het toneel verdwenen is, rest er gelukkig geen enkele leider van de G20 die op de COP26 van Glasgow de klimaatopwarming in vraag zal stellen. Maar Biden zal in zijn discours duidelijk kleur moeten bekennen: iemand kan zich bezwaarlijk volledig inzetten voor het klimaat en tegelijkertijd van leer trekken tegen de hoge olieprijzen en de OPEC verwijten onvoldoende te produceren…

Het ontbreekt niet aan meteorologische statistieken om het temperatuurtraject van de planeet en de gevolgen ervan voor de ecosystemen te bevestigen en te voorspellen. Ze kennen de klimaatopwarming een onweerlegbaar karakter toe en tonen aan dat die zich onverminderd zal voortzetten als er geen reactie komt.

De economische oververhitting, de moeder van de inflatie, wordt daarentegen geacht een voorbijgaand en controleerbaar fenomeen te zijn. Dat is in iedere geval de boodschap die Lagarde en Powell uitsturen naar de markt, die deze de ene keer betwist en de andere keer weerloos aanvaardt. Maar hoe lang nog?

De beslissing die de BoE deze week nam, is niet zonder gevaar. Binnen de G7 staat het Verenigd Koninkrijk op de eerste lijn tegenover de inflatie: de manier waarop de BoE die inflatie aanpakt, staat symbool voor de geloofwaardigheid van de westerse centrale banken. Door zijn beleid onveranderd te laten, waagt Bailey zich op een gevaarlijk pad en riskeert hij het kostbaarste actief van de westerse centrale banken te ondermijnen: hun geloofwaardigheid. Op een moment dat de inflatie ontspoort, het pond in waarde daalt en de door de markten geëiste rendementen op schatkistpapier de hoogte ingaan, is het niet aanpassen van de beleidsrente een roekeloze beslissing die het vertrouwen van de beleggers onderuit kan halen.

Het land kreeg in de jaren 1970 al af te rekenen met een gelijkaardige crisis, maar we hoeven niet zover terug te gaan om ons de prijs van marktwantrouwen voor te stellen. Het volstaat om te kijken naar de poorten van Europa, met name naar Turkije. De kapitaalvlucht, de ineenstorting van de lira en de inflatie (20% per jaar) zullen Erdogan als schaduwvoorzitter van de centrale bank weldra confronteren met de sociale, economische en menselijke tol van zijn interventionisme.