In wapens investeren is niet duurzaam

Door Hans Stegeman, econoom en hoofdstrateeg bij Triodos Investment Management

De Russische invasie in Oekraïne stelt de financiering van de wapenindustrie door financiële instellingen weer ter discussie. Als er één uitsluitingscriterium is dat de meeste verantwoordelijke, ethische banken gemeen hebben, dan is het een duidelijk standpunt tegen wapens. De defensiesector ijvert ervoor om zich als duurzaam te laten bestempelen, maar wapens zijn allesbehalve duurzaam.

De aandelenkoersen van wapenproducenten zijn sterk gestegen na de aankondiging van verschillende Europese landen om hun defensie-uitgaven te verhogen, en verschillende financiële instellingen hebben zich bereid getoond om hun betrokkenheid bij de sector te heroverwegen en op te voeren. Terwijl de oorlog in Oekraïne veiligheid op het voorplan van het Europese debat heeft gezet, betekent het financieren van wapenproductie en wapenhandel het financieren van oorlogsvoering, niet alleen vandaag maar ook in de toekomst. Banken die vandaag de productie van en handel in wapens beginnen te financieren, zullen dat blijven doen wanneer het Oekraïense conflict voorbij is.

Dit betekent dat dit soort financieringsactiviteiten wordt genormaliseerd en dat de financiering (en de aandacht) worden afgeleid, niet alleen van conflictpreventie, capaciteitsopbouw en wederopbouw, maar - wat belangrijk is - ook van andere reële economische activiteiten die werkelijk kunnen bijdragen tot maatschappelijke vooruitgang.

Er moet ook worden beklemtoond dat de financiering van de wapenindustrie in feite ver afstaat van wat het betekent om te investeren in veiligheid en defensie. Wapenhandel is structureel ondoorzichtig, wordt slecht gecontroleerd en is zeer corruptiegevoelig1. Regeringen verstrekken zelden volledige lijsten van landen die van handelsactiviteiten zijn uitgesloten, en wanneer zij de verkoop van wapens aan conflictgebieden wel uitdrukkelijk verbieden, worden deze criteria vaak ondermijnd door een gebrek aan transparantie. Zelfs wanneer wapens en militair materieel voor defensie- en veiligheidsdoeleinden worden verkocht en verhandeld, is het onmogelijk van tevoren vast te stellen hoe, waar en door wie ze zullen worden gebruikt, aangezien zelfs verouderde wapens een nieuwe, "tweedehands" markt kunnen vinden.

Uiteindelijk hebben banken en financiële instellingen die geld doorsluizen naar wapenproducenten geen of slechts beperkte formele controle over aan wie wapens worden verkocht. En dat is ook nauwelijks een punt van zorg voor financiële instellingen die zich met deze handel bezighouden, zolang het rendement aantrekkelijk is (wat de afgelopen tien jaar in hoge mate het geval is geweest2).

Naast het misplaatste vertrouwen in de wijze waarop de wapenhandel zou kunnen bijdragen tot de collectieve veiligheid in verschillende delen van de wereld, en niet te vergeten de fysieke, materiële en ook psychologische tol die gewapende conflicten eisen van mensen (en van de natuur), zijn er de bredere effecten van wapenhandel. Een interessante studie van het Transnational Institute (TNI) heeft bijvoorbeeld gedocumenteerd hoe de wapenindustrie, door wapeninzet in conflictgebieden, niet alleen bijdraagt aan gedwongen ontheemding, maar er ook van profiteert door een toenemende militarisering aan de grenzen die gericht is op het indammen van migratie. De studie is toegespitst op de wapenexport van de EU en het VK, maar de bevindingen kunnen gemakkelijk worden uitgebreid tot andere exporterende landen.

Wapenproductie is nooit duurzaam

Vandaag de dag zijn de productie, de verkoop en het gebruik van wapens intrinsiek niet-duurzaam. De wapenwedloop in combinatie met (exponentiële) technologieën brengt de samenleving in een positie waarin gewapende conflicten niet kunnen worden gewonnen zonder een hoge tol aan doden te eisen.

Naar verluidt lobbyt de defensie-industrie er zelf al enige tijd voor dat de EU investeringen in wapens als duurzaam bestempelt in haar sociale taxonomie, op basis van hun functie in veiligheid en defensie. Bij Triodos Investment Management wijzen we wapens af omdat dit geworteld is in onze waarden. Bovendien zijn we van mening dat – ook alleen al door naar de feiten te kijken –wapens en aanverwante producten geen kans maken om als duurzaam te worden beschouwd onder de aanstaande sociale taxonomie van de EU.

De EU taxonomie heeft de intentie om een gemeenschappelijke taal en duidelijke definities van wat 'duurzaam' is vast te stellen, door het creëren van "een gemeenschappelijk classificatiesysteem voor duurzame economische activiteiten"3. Hoewel nationale overheden wapens en militair materieel belangrijk kunnen vinden voor veiligheidsdoeleinden, is dit geen voldoende reden om wapenproductie en -handel als duurzaam te bestempelen.

Onze oproep

De oorlog in Oekraïne heeft een bladzijde in de Europese en wereldgeschiedenis heropend waarvan velen van ons dachten dat die gesloten was. De beelden van dood en vernieling zijn nu dichterbij dan velen in Europa ooit in hun leven hebben gezien. Door een tragische truc van de geest voelen we de pijn die de verwoestingen in Marioepol en Boetsja uitstralen met een intensiteit die ons niet toestaat om weg te kijken. En toch weten we dat soortgelijke gewelddaden en een diepe minachting voor het menselijk leven ook in andere delen van de wereld een dagelijkse realiteit zijn. Deze oorlog moet ophouden. Maar misschien nog belangrijker, oorlog moet stoppen.