Amerikaanse arbeidsmarkt: waarom er nu ontslagen vallen

De Amerikaanse Employment Cost Index toont aan dat de inflatiedruk op het bedrijfsleven eindelijk afneemt, maar dat is niet noodzakelijk goed nieuws.

Christopher dembik
Christopher Dembik
De verhalenmachine van de markt is fascinerend. In 2022 zat de markt in berenmodus en ging het over "inflatieschok, renteschok en recessieschok". Voor 2023 is het marktverhaal eerder bullish.

De analisten verwachten dat de inflatie daalt maar stabiel zal blijven, dat een milde recessie de meeste ontwikkelde economieën zal treffen en dat de centrale banken de rente nog iets zullen verhogen (waarschijnlijk tot het begin van het tweede kwartaal) alvorens de rest van het jaar te pauzeren. Het is zeker nog te vroeg om te weten hoe steil de recessie zal zijn en of de Verenigde Staten erin zullen slagen om deze te vermijden. Dit is een continu debat onder economen.

Maar er zijn eerste tekenen dat de inflatie eindelijk afneemt, althans in de Verenigde Staten. Maar niet in het Verenigd Koninkrijk, waar de CPI in oktober 11,1% op jaarbasis bedroeg. In de Verenigde Staten waren de prijsstijgingen gedeeltelijk te verklaren door de hogere lonen als gevolg van onevenwichtigheden veroorzaakt door Covid, tekorten aan werknemers en een krappe arbeidsmarkt. Dit is nu aan het omkeren. In de afgelopen weken hebben we grote ontslagen in de technologiesector gezien (Meta, Stripe, Paypal, Microsoft, Amazon enz.). Maar dit is niet alleen een technologieverhaal. Er waren ook ontslagen in andere sectoren van de economie, onder meer bij vastgoedpromotor Redfin en bij de transportgigant C.H. Robinson.

Om te begrijpen waarom de ontslagen nu beginnen, moeten we eerst begrijpen hoe de economie verloopt. Werkgelegenheid is een bekende achterblijvende indicator. In het verleden is het al voorgekomen dat het banenverlies met enkele maanden vertraging begon nadat de economie in een recessie terechtkwam (het banenverlies begon bijvoorbeeld 8 maanden na het officiële begin van de recessie van 1974). Maar sommige sectoren van de economie zijn gevoeliger voor hogere rentevoeten dan andere, wat kan helpen voorspellen of we al dan niet met massale ontslagen te maken zullen krijgen. Dit geldt met name voor de huizenmarkt (vroeger zeiden we dat de huizenmarkt de conjunctuurcyclus in de Verenigde Staten is).

Met de afkoeling van de huizenmarkt die begin 2022 begon, daalt met enige vertraging ook het verbruik van zaken die met het kopen van een huis te maken hebben. Denk aan huishoudelijke apparaten, gereedschap voor het bouwen van een huis, enz. De vertraging van de huizenmarkt breidt zich uit naar de rest van de economie. Dit zet de sector van grote duurzame goederen onder druk en dus ook de sector die deze goederen over de hele wereld transporteert. Dit verklaart waarom C.H. Robinson een week geleden 650 werknemers ontsloeg. Dit is volgens ons nog maar het begin.

Als er massaontslagen komen, zal de net begonnen afname van de loonstijgingen de komende maanden aanhouden. In de onderstaande grafiek hebben wij de verloningsplannen van de National Federation of Independent Business (NFIB) en de loonkostenindex uitgezet. Slechts netto 23% van de kleine bedrijven is van plan de lonen in de komende drie maanden te verhogen. Dat is veel minder dan een paar maanden geleden (toen de cyclus een piek bereikte van 32%). De verloningspraktijken van kleine bedrijven leiden doorgaans tot een bredere loon- en salarisgroei.

Daarom valt te verwachten dat de loonkostenindex, die onlangs begon te vertragen, verder omlaag zal gaan, waarschijnlijk tot ver onder 4% in 2023. Dit zou uiteindelijk de inflatiedruk kunnen verlichten en de deur openzetten voor een trager tempo van renteverhogingen door de Fed. Dit sluit aan bij opmerkingen van Fed-vicevoorzitter Lael Brainard eerder deze week: "Het zal waarschijnlijk binnenkort gepast zijn om over te gaan op een lager tempo van renteverhogingen."

Inflatie europa