Nederland kent helaas maar een handjevol sublieme beleggingsgoeroes. Eén van de bekendste goeroes is de Nederbelg Ivan Snurer (u kent hem vast van Beleggers Belangen). We spreken Snurer, zelf oud ingenieur en medewerker in de nucleair industrie, in Vlissingen waar hij al jaren woont over zijn favoriete beleggers en over beleggen in het algemeen.
Ivan Snurer |
Mijn eerste aandelen kocht ik in oktober 1993. Mijn Franse bankier, ik woonde destijds in Parijs, overtuigde mij om in te schrijven op de beursgang van BNP . Ik geloof dat ik slechts 22 aandelen toegewezen kreeg. De inschrijving was dermate overtekend dat aan geen enkele particuliere belegger de maximale allocatie van 40 aandelen werden toebedeeld.
Ja, wie niet? Biotechnologie. Het grote verschil met de andere sectoren is dat zij zichzelf blijft verder ontwikkelen. Zo heb je tal van levensbedreigende ziektes bestaan waarvoor er geen adequate medicijnen bestaan. Daarnaast evolueert de gezondheidszorg van curatieve naar preventieve behandelingen, door de hogere levensverwachting en het eeuwige verlangen om op hoge leeftijd vitaal te blijven. Dat laatste is wel een punt van zorg voor pensioenfondsen en zorgverzekeraars, maar dat is een ander verhaal. Een en ander maakt wel dat de sector er altijd terug bovenop komt.
Joel Greenblatt en Martin Zweig. Beide topbeleggers doce(e)r(d)en in de Verenigde Staten aan toonaangevende universiteiten. En eigenlijk ook George Michaelis.
Greenblatt is één van de bekendste waardebeleggers van deze tijd. Door aandelen van goede bedrijven aan spotprijzen te kopen, behaalt hij voor Gotham Capital al decennialang superieure rendementen.
Zweig was één van de meeste succesvolle beleggers van zijn tijd. De successen die heeft behaald, ogen indrukwekkend: zijn nieuwsbrief The Zweig Forecast was volgens Hulbert Financial Digest de absolute top en in de 15 jaar dat hij, samen met Joseph DiMenna, het Zweig-DiMenna Fund beheerde, boekt het fonds geen enkel verliesjaar. Zweig verwierf eeuwige roem toen hij tijdig de beurskrach van oktober 1987 voorspelde.
Michaelis kwam midden jaren negentig om het leven door een tragisch fietsongeval. Hij was de drijvende kracht achter Source Capital. In de 15 jaar dat hij de leiding van het investeringsfonds in handen had, realiseerde Michaelis drie keer zoveel rendement dan de S&P 500. Naar verluidt, volgde Warren Buffett zijn doen en laten van nabij. Michaelis had een voorliefde voor aandelen met een duurzaam en hoog rendement op eigen vermogen.
Kapitaalstructuur, omzet- en winstgroei en het rendement op eigen vermogen.
Op deze vraag bestaat geen eenduidig antwoord. De klassieke vuistregel is: hoe korter de aanhoudperiode, hoe minder relevant de staat van de economie is. Anderzijds is het ook zo dat naar gelang het economische klimaat er sectoren zijn die het beter doen dan andere en dus is het logisch dat je aandacht besteed aan de golven van de conjunctuur. De ervaring leert echter dat het geen sinecure is om te bepalen in welke fase de economie zich actueel bevindt. De meeste macro-economische indicator ijlen na en een aantal worden notoir herzien waaronder het bruto binnenlandsproduct.
Op zich wil ik er niets over kwijt. Technische innovaties kun je patenteren, maar financiële uitvinders zijn vogelvrij: inbreuken op financiële octrooien kun je niet controleren. Niettemin SupraMomentum is een geavanceerde momentummeettechniek. De grootste stijgers zijn zelden de sterkste aandelen van het moment en vice versa. Je moet de aandelen eruit halen die regelmatig stijgen dan wel dalen. Net zoals bij een bergwandeling gaat het om kleine pasjes. Neem je bergop grote passen, dan geraak je buiten adem. Loop je hard naar beneden, dan struikel je over je eigen benen.
Het aandachtsgebied behelst Europa aandelen en Wall Street . De reden is simpel: het is een kwestie om informatie uit eerste hand te kunnen lezen. Met Duits, Engels en Frans kom je een heel end, maar met eigen oren en ogen informatie inwinnen over Chinese, Japanse en Russische aandelen is niet iedereen gegeven.
Vrijwel iedereen denkt dat ie een goede autobestuurder is, maar weet van zichzelf dat ze het niet kunnen opnemen tegen Max Verstappen. Als het op beleggen aankomt, denken de meeste particulieren dat ze dezelfde kansen hebben als beroepsbeleggers, maar als beleggen daadwerkelijk zo gemakkelijk was, werkte niemand in een fabriek.
Indertijd is er gekozen voor markt gewogen indices. Indexvolgers hebben jarenlang hun beleggingsbeleid daarop afgestemd. Zij die weten hoe het beter kan, implementeren andere wegingstechnieken, al dan niet fundamenteel gewogen. Maar wat is belangrijker? De beurs kloppen of de tijd verslaan? Het doel van beleggen is winst maken. Het is een beleggingsproces met als einddoel absolute winst, niet relatieve winst. Als je 10% verliest terwijl de beurs 20% onderuit ging, dan klop je inderdaad de index, maar je bent wel armer geworden.
Ja, daar kom ik weer: het heeft te maken met de hoofdmoot van het soort aandelen. Ligt het accent op groeiwaarden, dividendgroei of momentumaandelen? De afweging gebeurt op basis van de dollarkoers, de industriële productie, de olieprijs, de Amerikaanse presidentscyclus, de lange en korte rente en het zomer-winterpatroon in aandelen. Maar met een sub-optimale vermogensallocatie van 60/40, dat wil zeggen 60% aandelen en 40% obligaties kom je ook een heel end.
Converteerbare obligaties. Dit zijn bedrijfsleningen met specifieke kenmerken. Net als bij klassieke obligaties ben je verzekerd van een bepaalde couponrente, maar als de onderliggende waarde sterker stijgt dan de vooropgestelde conversieprijs kun je ze omruilen voor aandelen. Dat kan op eender welk moment, ook op de vervaldag
De term risicoprofiel is in zoverre relevant dat je moet weten wat voor belegger je bent. Je humeur, de vraagstelling en je culturele achtergrond spelen hierbij een grote rol.
U suggereert met deze vraag dat alle passieve fondsen de markt out-performen, dat toch ook niet het geval. Het kromme is dat actieve fondsen vergeleken worden met een ‘theoretische’ benchmark, terwijl passieve fondsen vrijwel nooit de directe vergelijking moeten doorstaan. Ik begrijp wel de zorg van toezichthouders dat zij beleggers voor buitensporige transactiekosten willen behoeden.
Maar wat geeft het als een fonds een kostenstructuur van 4% (basisvergoeding) en 40% (winstdeling) hanteert en elk jaar winst maakt? Deze vraag doet mij een beetje denken aan de polemiek rondom de dekkingsgraad van pensioenfondsen. Per saldo is hun beleggingshorizon 85 jaar en ze worden op kwartaalbasis afgerekend.
Zoals gezegd, het gaat niet om de markt te verslaan. Beleggen is een productieproces met winst als einddoel. Het echte voordeel van particuliere beleggers is dat zij niet op kwartaalbasis verantwoording moeten afleggen, dat is meteen ook hun grootste nadeel. Want als het verkeerd gaat, kun je gemakkelijker je hoofd in het zand steken, zonder dat je het van je baas ervan langs krijgt. Maar met de drie d’s van beleggen: discipline, diversificatie en dividend kom je een heel eind.
Analist.nl Nieuwsdienst: +31 084-0032-842
nieuws@analist.nl
Copyright analist.nl B.V.
All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. Analist.nl doesn't warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or for any actions taken in reliance thereon.