Dit artikel verscheen eerder in Beter Beleggen van de VFB
Zoals u van ons gewend bent analyseren wij de meest populaire aandelenstrategieën voor de Amerikaanse en Europese markten. Onze insteek is altijd dat er nooit één enkele strategie robuust bovenaan kan staan. Het is immers een utopie om te denken dat er iets bestaat als een continu ‘markt verslaand’ systeem. Wij kijken daarom liever naar de gemiddelden en proberen daar enig houvast te vinden. U zou de aandelenwereld daarom ook als een voetbalcompetitie kunnen zien: ook hier is er nooit één team jarenlang de beste.
Wat we wel zien dat het vaak een mix van dezelfde clubs zijn die goed draaien. Het is natuurlijk onmogelijk om ieder jaar de beste te kiezen dus daarom zijn wij van mening dat u er beter aan doet om simpelweg een combinatie van de besten te kiezen. Zo wint u waarschijnlijk nooit de hoofdprijs maar heeft u wel een bestendigere portefeuille. Zo zagen we bij onze collega’s van AAII (American Association of Individual Investors) bijvoorbeeld jarenlang de screener van Joseph Piotrokski ieder jaar zeker 15 procent per jaar scoren. Echter tot aan 2017 toen zijn model in eens ruim 30% omlaag ging. Er is dus niet één systeem zaligmakend.
Het is natuurlijk breed bekend dat zaken als de winstgevendheid en de dividenduitkeringen erg belangrijk zijn voor de rendementen van aandelen. Historisch gezien zien we dat aandelen met de hoogste rendementen ook van de financieel succesvollere bedrijven zijn. En omgekeerd natuurlijk ook: hoe slechter de financiële resultaten hoe lager de beurskoers. Maar er is echter niet één vaste formule die hiermee de aandelen voor u selecteert die ook succesvol zijn. Want als het zo makkelijk kon zijn, dan zou iedereen wel een hele makkelijke en goedkope ETF kopen die deze aandelen heeft. Denkt u bijvoorbeeld aan de meest bekende ‘kant en klare’ value ETF, de MSCI Value Index.
Het grote ‘nadeel’ van een dergelijke populaire ETF is het feit dat ze enorm groot zijn. Hiermee hebben ze een soort remmende voorsprong want door haar grootte kan de ETF alleen nog maar in de grootste bedrijven beleggen. Dit is natuurlijk jammer voor de belegger want historisch gezien zien we juist dat hoe kleiner de aandelen zijn, hoe hoger de rendementen. Dit is de smallcap premie. Dit moet u natuurlijk niet te letterlijk nemen want grote bedrijven hebben zeker voordelen. Zo zijn ze robuuster en ook nog vaak dividenduitkerend, dit weer in tegenstelling tot de kleinere bedrijven.
Dit probleem van het missen van de kleinere bedrijven bij het beleggen in value ETFs’ kunt u natuurlijk oplossen door zelf te gaan beleggen. Het is onze doelstelling om uit te zoeken welke aandelenstrategieën (ook wel screeners genoemd) het beste werken.
Over de afgelopen 10 jaar lag het gemiddelde rendement van de meest populaire aandelenscreeners op 8 procent per jaar (inclusief het dividend). Dit is dus circa 2,5 procent meer dan via de ‘kant en klare’ MSCI value ETF. Dit lijkt een klein verschil maar over meerdere jaren is dit natuurlijk na verloop van tijd wel behoorlijk.
Een ander voordeel van het zelf beleggen is het feit dat u op van opties gebruik kunt maken. Denkt u bijvoorbeeld aan het schrijven van puts om de aandelen met een korting te kopen en het schrijven van calls om extra inkomen te genereren.
Een aandelenscreeners is inweze niets anders dan een beslissingsmodel. Het model (de screeners kiest aandelen puur op basis van bepaalde criteria. Denk u bijvoorbeeld aan:
Dit is maar een hele simpel voorbeeld maar het dekt de lading zeker. We bedoelen hiermee; hoe simpeler hoe beter vaak.
Stel dat we deze criteria opvragen en er komen 600 aandelen uit dan is dit natuurlijk absoluut niet praktisch. Het is natuurlijk uit den boze om al die 600 aandelen te gaan kopen. Waar we dan voor kiezen is om de selectie af te romen tot 20 aandelen op basis van:
Op deze manier heeft u als het ware uw portefeuille nog verder geoptimaliseerd.
Wij doen dit voor de meest populaire aandelenstrategieën zoals bijvoorbeeld die van Warren Buffett, Joel Greenblatt en Jim Slater Zulu. U ziet de hele lijst hier boven.
Op nummer 1 met een gemiddelde van 19 procent staat het model van Charles Kirkpatricik groei. Criteria van dit model zijn onder andere een minimale marktkapitalisatie van 200 miljoen euro, een beurskoers van minimaal 10 euro, de winst per aandeel over de afgelopen 2 jaar van meer dan 50 procent en een stijgende omzet over de afgelopen beide jaren. Wat verder opvallend is dat de hele simpele dividendstrategieën van het alleen maar kopen van de aandelen die een dividendaristocraat zijn erg lucratief was. We onderscheiden hier diverse soorten dividendaristocraten: over de afgelopen 5 jaar ieder verhoogd of over de afgelopen 10 jaar.
De boodschap van ons verhaal: staar u niet blind op de hele rooskleurige rendementen uit het verleden. Er is niet één systeem dat robuust ‘werkt’ . Het is veel beter om uw beleggingen te spreiden over de diverse goede in plaats te hopen op de allerbeste.